Technische ondersteuning: nieuwe pomp, oude instellingen
Verrassingen kunnen leuk zijn. Een surprise party of gender reveal bijvoorbeeld, dat zijn leuke verrassingen. Maar soms zijn verrassingen niet zo leuk. Bijvoorbeeld wanneer je erachter komt dat je nieuwe insulinepomp niet is voorgeprogrammeerd met al je persoonlijke instellingen die je op je vorige pomp had. Als je ooit onverwacht in die situatie bent beland, weet je hoeveel stress het kan veroorzaken als je je probeert te herinneren hoe je sensoren ook alweer waren ingesteld. Als je de mazzel hebt dat je nog nooit een keer een gloednieuwe insulinepomp hebt gehad, volgen hier een paar belangrijke dingen over de instellingen van je insulinepomp. Handig om te onthouden of op te slaan, just in case.
Instellingen, instellingen, instellingen!
Het draait allemaal om de instellingen. Zorg dat je insulinepomp op de juiste manier is ingesteld om optimaal gebruik te kunnen maken van je therapie en die ongewenste hypers en hypo's te voorkomen. Er zijn twee hoofdinstellingen in de insulinepomp die moeten worden geprogrammeerd.1
- Basale insulinetoediening.
- Bolus insulinetoediening of de bolus wizard. Deze omvat de volgende belangrijke instellingen:
- koolhydraatratio
- actieve-insulinetijd
- insulinegevoeligheid
- streef-BG
Mogelijk moet je ook insuline-instellingen veranderen als maximaal basaal en bolus en bolusstapgrootte en moet je herinneringen instellen om te zorgen dat je op de goede weg zit.
Je basale insuline is een belangrijk onderdeel van je dagelijkse insulinedosis, omdat het op de achtergrond werkt om je glucosewaarden tussen maaltijden en snacks door binnen het doelbereik te houden. Basale insulinetoediening komt tegemoet aan ongeveer dehelft van je totale geschatte insulinebehoefte.1De meeste mensen die een insulinepomp gebruiken, hebben tussen een en zes verschillende basale snelheden binnen een periode van 24 uur1. Dat is een hoop informatie om te onthouden! Als je gebruik maakt van sensoren/continue glucosemonitoring (CGM), dan is het ook belangrijk dat je de sensorinstellingen voor je glucosedoel programmeert (grenzen/alarmen bij hoog en laag).
Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je oude vertrouwde insulinepomp moet worden vervangen. Misschien heb je hem al jaren en nadert hij het einde van zijn levensduur. Of misschien is hij per ongeluk beschadigd of verloren geraakt. Wellicht een open deur maar zeker een handige tip om te voorkomen dat je kostbare pompinstellingen verloren gaan als je insulinepomp voortijdig aan zijn eind komt: schrijf de instellingen op!
Schrijf ze op
Toen je je insulinepomp net kreeg, heb je waarschijnlijk met je diabeteszorgteam uitgezocht welke instellingen het meest geschikt waren voor jou. Die instellingen zijn afgestemd op jouw specifieke behoeften, dus het is belangrijk om ze op te slaan in je insulinepomp zodra je ze hebt ingevoerd. Bewaar ook ergens anders een kopie van deze instellingen.
Kies zelf hoe je de instellingen wilt bewaren. Dit kan een plakbriefje op je koelkast zijn, een aantekening in je notitieboekje, een tekstbestand dat je in de cloud hebt opgeslagen... Of upload je pomp regelmatig in je CareLink™ Personal-account zodat de meest recente instellingen hierin steeds opgeslagen staan.
Maar zorg ervoor dat je toegang hebt tot je meest recente pompinstellingen op het moment dat je deze nodig hebt. Het is ook belangrijk om deze informatie bij te werken zodra er iets in je instellingen verandert.
Je huidige pompinstellingen kun je vinden in je insulinepomp. Vraag je diabeteszorgteam om hulp als je ze zelf niet kunt vinden. De gebruiksaanwijzing van je insulinepomp is ook een goed naslagwerk om te helpen je o zo belangrijke instellingen voor de basale snelheid te controleren.
Wanneer je je nieuwe insulinepomp krijgt
Of je nieuwe insulinepomp nu met spoed besteld is om het exemplaar te vervangen dat onverwacht verloren is gegaan, of je al een tijdje overweegt om je oude pomp met pensioen te laten gaan. Er zijn een paar dingen waar je op moet letten wanneer je je nieuwe apparaat uitpakt.
- Controleer of alle andere accessoires die op de insulinepomp moeten worden aangesloten ook geschikt zijn voor je nieuwe pomp.
- Programmeer al je pompinstellingen zorgvuldig in je nieuwe insulinepomp.
- Als je gebruik maakt van sensoren (met CGM), koppel je zender dan aan je nieuwe insulinepomp voordat je die verbindt met een nieuwe sensor.
- Sluit je BG-meter aan op de nieuwe insulinepomp.
- Neem een nieuwe infusieset en een nieuw reservoir, zodat je een frisse start maakt en weet dat alles goed werkt.
Ter afsluiting
Het openen van een doos kan je het gevoel geven dat je een onverwacht cadeautje krijgt. Maar je wil niet verrast worden door een hypo doordat je vergeten bent om de juiste instellingen in je nieuwe insulinepomp te programmeren. Als dat mogelijk is, overleg dan met je diabeteszorgteam voordat je een nieuwe insulinepomp gaat gebruiken. Zo ben je er zeker van dat alle instellingen perfect zijn. Als je insulinepomp goed is ingesteld om je diabetes optimaal onder controle te houden, heb je meer tijd om te genieten van de aangenamere verrassingen in het leven!
Referenties
- Paldus B, Lee MH, O'Neal DN. Insulin pumps in general practice. Aust Prescr. 2018;41(6):186-190.