Helpen dieetsupplementen bij diabetes?

Patiënten die moeite hebben om hun diabetes onder controle te houden, zijn in veel gevallen behoorlijk gefrustreerd. Ze zien niet de resultaten die ze willen zien en hopen dat er snel verbetering optreedt. Gebeurt dit niet, dan hebben ze de neiging om met hun behandeling te willen stoppen. Door de directe relatie tussen diabetes en eten, zoeken veel patiënten hun heil in voedingssupplementen. Ook commerciële belangen spelen hierbij een rol. Zo zijn er advertenties die producten eigenschappen toeschrijven die de gezondheid ten goede zouden komen, terwijl dit eigenlijk maar deels waar is.

Het is goed om je te realiseren dat een gevarieerd en gebalanceerd eetpatroon alle noodzakelijke voedingsstoffen biedt om gezond te zijn en blijven, én om je diabetes zo goed mogelijk onder controle te houden. Maar wat zegt de wetenschap hierover?

Wat de wetenschap zegt

Het gunstige effect van voedings- en plantensupplementen voor de behandeling van diabetes is twijfelachtig. Sommige patiënten kunnen er baat bij hebben, terwijl voor anderen wordt gedacht dat er sprake is van een zogenaamd placebo-effect. Hierbij wordt een verbetering van de gezondheid veroorzaakt door alleen het krijgen van de behandeling, terwijl de behandeling zelf totaal geen effect heeft.

Er zijn honderden studies die de eindeloze theorieën over voedingssupplementen onderschrijven. Studies begrijpen en kunnen beoordelen is een taak die is voorbehouden aan de wetenschap. In het geval van diabetes aan de American Diabetes Association, die jaarlijks haar aanbevelingen over de behandeling van diabetes publiceert. Aanbevelingen die worden gedaan op basis van onderzoek en wetenschappelijke consensus.

Het gaat dan vooral om aanbevelingen die zich richten op voeding. In de gidsen die in 2014 zijn gepubliceerd, wordt verwezen naar het gebruik van voedingssupplementen of kruidenpreparaten. Een samenvatting van enkele van de aanbevelingen in deze gids is hieronder te lezen:

• Omega 3. De aanbeveling dat patiënten met diabetes extra omega 3-vetzuren moeten innemen om hart- en vaatproblemen te voorkomen of behandelen, wordt niet erkend. Ook zorgen omega 3-vetzuren niet voor een verbetering van de bloedglucosewaarden bij patiënten met diabetes.
• Vitamines en mineralen. Het wordt patiënten met diabetes afgeraden om met regelmaat extra vitamines en mineralen in te nemen. Dit geldt niet voor bepaalde groepen patiënten met een hoger risico op tekorten, zoals zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven, ouderen, vegetariërs of mensen die strenge diëten volgen. In die gevallen kan het nodig zijn om met regelmaat extra vitamines en mineralen in te nemen.
• Antioxidanten. Ondanks de enorme interesse die veel onderzoekers hebben getoond, is er op dit moment geen positieve relatie tussen de voordelen en risico’s van antioxidanten aangetoond. Bovendien is het niet duidelijk of het innemen van vitamine E-, C- of caroteen-supplementen op de lange termijn veilig is.
• Chroom en magnesium. Deze supplementen zijn de afgelopen jaren grondig bestudeerd en blijken een positief effect te hebben bij patiënten met diabetes type 2. Er zijn meer studies nodig om een aanbeveling voor het met regelmaat innemen van deze supplementen te kunnen doen.
• Kaneel. Ondanks dat dit kruid veel in de mediterrane keuken wordt gebruikt, is er onvoldoende bekend over de voordelen van het gebruik van kaneel of andere medicinale kruiden.
• Het is waar dat er veel andere supplementen zijn, zoals Ginseng, Aloë Vera of Stevia, die worden gelinkt aan een verbetering van de bloedglucosewaarden. Op basis van de reeds gepubliceerde studies kan er echter nog geen aanbeveling worden gedaan, omdat niet alleen het mogelijke voordeel ervan moet worden aangetoond, maar ook de veiligheid ervan.

De American Diabetes Association benadrukt dat het moeilijk is om de relatie tussen voordelen en risico’s van deze supplementen te evalueren, omdat ze in veel gevallen geen stabiele hoeveelheid van de werkzame stof bevatten.

Het is vooral belangrijk dat patiënten met diabetes hun artsen informeren over de voedingssupplementen die ze innemen. Met deze informatie kunnen artsen rekening houden met de behoeften van de patiënt, en de mogelijke interacties die kunnen optreden met de geneesmiddelen die ze innemen.

Referentie: 1.https://care.diabetesjournals.org/content/diacare/37/Supplement_1/S14.full.pdf (pag. 15)